donderdag 11 februari 2016

GERIATER


We schuiven met een urgentieverklaring bij de geriater aan: een depressie ligt op de loer ligt. Thuis voelt pappi zich eenzaam en verlaten. Ik zit met de handen in het haar. Buiten de deur op momenten met persoonlijke aandacht, kan hij de wereld aan. Hij schiet vanzelfsprekend in de rol van Toon Hermans: een charmante grapjesmaker met pretoogjes.

'Dr. Oxazepam' (haar, hoe-spreek-ik-de-dubbele-medeklinkers-uit en waar-ligt-de-klemtoon naam vertoont toevallige overeenkomsten met de rustgever) is een begripvolle elegante brunette. Q. gedraagt zich frisky in haar bijzijn. Hij is net geen gênante ouwe bok die een jong blaadje lust. Ik schuif ongemakkelijk in mijn stoel. Is dit de man die het niet meer zag zitten, levensmoe was? Professioneel als ze is, doorziet ze zijn vertoning. Gelukkig, want ik geneer me zo onderhand.

Aan de muur van haar spreekkamer hangen foto’s van haar bovengemiddeld knappe dochters. Ze ziet me kijken. Ik vraag of er een foto van moederlief beschikbaar is. Ze glimlacht met een vragende frons. ‘Voor boven zijn bed’, wijs ik naar Q. ‘Alleen al door uw aanblik is mijn vader spontaan genezen.’