donderdag 29 december 2016

ROLLATORROCK


twisten met Q.

Kerstavond in het Zorghuis. Joekskapel Waers (dwars) waarin een zoon van mevrouw van D. de trompet blaast, brengt professioneel bekende hedendaagse kerstklassiekers ten gehore. Ze maken er een feest van. De bewoners voorzien van kerstmutsen (zelfs brombeer kan lachen om het op zijn hoofd geplante rode kapje met twee witte vlechten) willen meer. 'Als de sterre dao boave Stroale', roept seniorita sigaretje. De orkestleider vraagt aan de leiding of dat niet teveel van het goede is. 'Als de bewoners het willen, prima', roepen ze in koor. Na de eerste Limburgse carnavalskraker zit de stemming er meteen in: de kromme beentjes gaan de dansvloer op. De Indonesische 'tweeling' als eerste. Mijnheer S. walst met zijn schoondochter die hem met haar handen onder zijn oksels staande houdt. Moeders en dochters foxtrotten in slow motion. Een karavaan van schuifelende bewoners, rolstoelers, bewoners zittend op rollators voortgestuwd door verzorgenden en familie, sliert door de zaal. Bijna allemaal vergeten ze voor eventjes de oude dag die pijntjes en kwalen voortbrengt. Wie echt niet uit de stoel wil, schalt, lalt, neuriet, klapt, deint of tikt met de stok mee. 'Haak in met Marie', roep ik euforisch tegen pappi en de steeds induttende bonjourmonsieur naast me. Tijdens het uitserveren van heerlijke hapjes en halve bekertjes Glühwein of mini advocaatjes steelt de dansende peuter van een verzorgster die haar vrije tijd 'opoffert' de show. Het dotje doet de ogen van de bewoners oplichten. Iedereen wil haar knuffelen. Stuk voor stuk proberen ze, ieder op zijn eigen manier, haar aandacht te vangen. Pappi laat zich op de grond zakken en wiebelt als een puppy op haar af. 'Woef, woef', doet hij. Het peutertje 'vlucht' in mama's veilige armen, terwijl wij gedrieën de 93 kg omhoog hijsen. Als afsluiter wordt een bijdehante tante verkleed als kittig kerstbengeltje (dat wilde ze zo graag) op haar rollator door de zaal gereden. Het hechte publiek juicht.
Een uurtje later ligt haast iedereen op een oor. Als ik Q. op zijn kamer met verhitte wangen welterusten kus en zeg: 'wat was het gezellig' weet hij niet eens meer dat hij gedanst heeft. Gelukkig hebben we de foto's en filmpjes nog!

pappi met zijn weekendvriendin


dinsdag 27 december 2016

VAN WILLIE WORTEL NAAR WILLIE WARTAAL


Tijdens het mdo (multidisciplinair overleg) ongeveer twee jaar geleden sprak de verpleegarts van de dagopvang waar pappi destijds zijn heil zocht, de profetische woorden: 'Als je vader intussen niet is gehemeld, zal hij over  drie jaar totaal de weg kwijt zijn.' Ik wilde en kon het niet geloven. Die rijzige welbespraakte sterke beer die over zoveel organisatietalent beschikt en voor alle praktische zaken een oplossing heeft, zou zijn verstand verliezen?

Tot voor twee maanden terug was er 'geen' vuiltje aan de lucht, Q. voelde zich zelfs goed genoeg om weer zelfstandig te wonen in plaats van 'op kamers'. De warmte, zorg en structuur in het Zorghuis waar hij nu woont, vertragen het dementieproces. Nu knutsel ik een kartonnetje in elkaar waarop zijn foto staat, zijn naam en waar hij zich bevindt. Tijdens heldere tijden (zelf omschrijft hij dat: 'Als ik bij de positievo's ben') hebben we 'een veilig thuis' teken afgesproken: de door hem ingekleurde tekening van een Chinese draak die op zijn kamerdeur zit geplakt, is zijn baken.

Op 21 oktober kreeg hij een black-out, in december volgden vele (soms dagelijkse) stroomstorinkjes opeen. Nu wordt hij geplaagd door wanen en is hij gedesoriënteerd. Ineens zit de hoofdrolspeler van zijn eigen serie in door elkaar gehusselde afleveringen. Dan is hij weer een kind dat bang is om te laat op school te komen, of is hij in paniek omdat hij een niet bestaande afspraak is vergeten, of hij herkent zijn omgeving totaal niet. Voormalige woonplekken husselt hij door elkaar; thuis is nergens meer.

Pappi beseft dat hij langzaam de realiteit verliest. We hebben altijd alles met praten en humor op kunnen lossen. Dit gaan we niet winnen. En dat is heftig voor ons allebei. Wanneer ik (nog het enige vertrouwde voor hem) pappi 's avonds door de telefoon 'welterusten' wens en hem net als de zuster vertel waar hij is, brabbelt hij wartaal die zelfs voor mij moeilijk te volgen is. Neemt hij afscheid met 'Afijn, dag poes (of pops)', tot morgen' dan zijn we allebei gerustgesteld. Mompelt hij met ontreddering in de stem dan heeft de geriater een tijdelijke oplossing. Alweer een pilletje erbij.


woensdag 21 december 2016

PORTOFOON



Alles Roger?

Sinds Q. een telefoon heeft die hij kan bedienen, belt hij op de gekste momenten van de dag. Helemaal begrijpen doet hij het apparaat niet, maar het is het simpelste wat er te koop is: toetsen met de naam/foto erop. Tijdens ons gesprek hoor ik geregeld een digitale piep. Achteraf begrijp ik het patroon pas. Telkens als hij uitgesproken is, en het mijn spreekbeurt is, drukt hij op de knop met mijn naam erover. Hij ziet de telefoon als een portofoon die hij in zijn arbeidzame leven vaker heeft gebruikt. De knop indrukken betekent: 'over' naar Cela. Ik mag het woord. 

maandag 19 december 2016

EENZAAM AAN DE TOP

Vier op een rij: Schoonzus Riet, zus Truus, Q., en broer Jos(ef) in de tuin.

Al zijn vrienden en wat ver weg wonende familie is al gesneuveld. Dat is helaas inherent aan een hogere leeftijd bereiken. Diegene die uiteindelijk overblijft, is weliswaar de winnaar, maar betaald daarvoor de hoofdprijs. Pappi voelt zich daarom  weleens emotioneel eenzaam, ondanks dat hij veel onder de mensen (bewoners en verzorging) is. Je kunt het wel over ditjes en datjes met iedereen hebben, genieten van natuur, muziek of aandacht, maar serieuze goeievriendengesprekken zijn schaars geworden.

Omdat Q. steeds vergeetachtiger wordt en inmiddels drie black-outs in twee maanden tijd heeft gehad, regel ik foto's van de visite om gesteggel te voorkomen. Q. kan zich bezoek namelijk niet herinneren: 'Ik zie hier nooit iemand! Echt niet, ik krijg nooit bezoek!' Hij meent het serieus zonder zielig te doen. 'Mia, je vriendin, komt trouw elk weekend en wij zien en/of horen elkaar dagelijks (meerdere malen denk ik erachter aan)', zeg ik. 'Jij telt niet als bezoek, zegt pappi, 'wij zijn samen.'

Driedelig: biesemennekes kleinzoon Thijs, opa en zoon Rene.

Bovenstaande foto's liet ik afdrukken en in een lijstje plaatsen. Q. kan zich geen moer van de visite herinneren. Bij de drie generaties roept hij: 'He, wat leuk! Een foto van Peter!' 'Wie is Peter?' vraag ik. Q. praat eroverheen: 'Tjonge, die Peter. Da's leuk!' Ik doe net of ik gek ben en vraag nogmaals om Peter aan te wijzen. Dat kan hij niet. Pappi antwoordt: 'Die anderen (incluis hemzelf) ken ik niet.' 'Moet ik nu echt met je naar de spiegel lopen', lach ik. 'Ik weet wel wie ik ben,' mompelt hij en daar houden we het bij. Het is zoals mijn broer later zegt: 'We hebben ons pap een fijne middag laten beleven, dat is het toch waard.' En zo is het. 

woensdag 7 december 2016

STERFGEVALLEN



In de sfeervol verlichte recreatiezaal klinkt klassiek. Alles is pais en vree. Ik informeer bij de echtgenote van de knikkebollende bonjourmonsieur wat er aan de hand is; de notoire wegloper zit aan de rolstoel gekluisterd. 'Waarschijnlijk heeft hij een attaque gehad, waardoor zijn benen het niet meer doen. Verder was hij weinig spraakzaam. Vandaag lijkt hij enigszins op te knappen.' We knopen een Franse conversation met hem aan: de communicatie lijkt hersteld. 

'Pappi heeft in oktober een black-out gehad. Zelfs dat herstel duurde enkele dagen. Zover we kunnen zien is de schade beperkt gebleven. Bij uw man wordt de mobiliteit met de ingeschakelde fysio vast ook beter', spreek ik haar bemoedigend toe. 'Ik hoop het, ik wil hem nog niet missen, we zijn al 59 jaar getrouwd', zegt zijn eega. Bezorgd erachteraan: 'Het Zorghuis staat toch wel goed bekend, ik hoorde tijdens mijn vorige bezoekje dat er in november vijf sterfgevallen waren?' 'Ik zie hier elke keer met eigen ogen hoe begaan en zorgzaam medewerkers met iedereen zijn. De mensen die hier wonen zitten allemaal in de reservetijd. Ik neem aan als er sprake is van een complot dat de verzorging als eerste bij doodzieke of bij 'lastige' patiënten het kaarsje uitblaast, tenminste zo zou ik het aanpakken', steek ik er de draak mee. 

Ik keuvel nog met twee verzorgers en complimenteer Seniorita Sigaretje met haar Marlène Dietrichkapsel. Zij: 'Als ik oud ben, neem ik wel een poedelpermanent.' Ik neem de lichte lange gang en klop bij pappi aan. Geen respons en een dichte deur. De 'koffiedame' heeft een loper en wil vlug het slot omdraaien. 'Zit de veiligheidspal er nou aan de binnenkant op', mompelt ze meer tegen zich zelf dan tegen mij. De schrik slaat me om het hart. 'Ach, suffie', schudt ze met haar hoofd, 'dat was de verkeerde sleutel.' De kamerdeur zwaait open: zijn plek bij het raam is leeg. De verpleegkundige steekt op dat moment haar hoofd om de hoek van de deur: 'Je vader zag ik net in de tuin.' Buiten krijgt Q. een extra dikke knuffel van me.

vrijdag 2 december 2016

SNIEKLAAS

v.l.n.r. mijn broer Rene, vriendinnetje Marieke en Cela. Helaas zijn er van Q. geen Sintfoto's bewaard gebleven.


Vroegere herinneringen. Het Sint Nicolaasfeest was lang het best bewaarde collectieve geheim van Nederland. Het was in de tijd dat de wind guur om de hoek waaide, de maan sikkelvormig was, Spanje een onbereikbaar exotisch oord was waar sinaasappels aan de bomen groeiden, en mensen nog goedgelovig waren. Amateurtoneel van de bovenste plank waar volwassenen wekenlang schik en kinderen schrik aan hadden. Je ouders maakten er handig misbruik van dat Sinterklaas alles van je wist, om je braaf te laten zijn. Uit eigen beweging bleef je op zijn verjaardag langer in bed om te dromen van de schatkamer waaruit jij jouw cadeaus mocht kiezen. Kinderen die deelgenoot waren gemaakt, voelden zich een hele piet omdat zij nu bij de groten hoorden.
                                                                                     
Er bestond slechts één stinkend rijke mijterdrager die op zijn verjaardag nota bene elk huisje langsreed, vandaar dat hij personeel nodig had. Pieterman was destijds een jaloersmakend beroep. Lolbroekerige boefjes wilden maar al te graag mee in de zak naar Spanje om opgeleid te worden tot zongebruind hulpje en acrobaat: pieten moesten immers over daken kunnen lopen, door schoorstenen kunnen en zakkenvol pakjes dragen. De arbeidsvoorwaarden waren puik: een brokaat gebiesd pietenpak inclusief baret met veren, blinkende oorringen en pepernoten en taaitaai zoveel als je wilde, 49 weken halve dagen naar de circusschool waar je kunstjes leerde om slechts drie weken per jaar hard te werken in het buitenland. Op vrije middagen hielp je die eeuwenoude lieverd om beurten op de postkamer. Afstuderen deed je niet met een diploma. Van de goedheilig man kreeg je hoogstpersoonlijk een toepasselijke naam toebedeeld. Het enige wat je ervan weerhield om met de boot mee te varen was dat je je moeder niet kon missen.

Nederland groeide uit zijn voegen. De 'Snieklaas' van Toon Hermans was verplicht om hulpsinterklazen aan te stellen. Mijn vader was er één van. Mijn broer werd zijn hoofdpiet Pedro en beheerde het Grote Boek. Het schminken gebeurde thuis. Ik, nog in het ongewisse, moest tot nader order bij een vriendinnetje gaan spelen. Onze fiks werd in de schuur ondergebracht. Want: voor de allerkleinsten kon je alles verbloemen, maar de hond maakte je niets wijs. Die verklapte meteen dat onder die karmijnrode maxi jurk met sneeuwwitte baard en dito pruik erboven je vader, en achter de schoenpoets en de bonte babydoll je broertje, zich verstopt hielden.

Een jaar later op 5 december. De grote onthulling: magie maakt plaats voor teleurstelling die verzacht wordt doordat je toetreedt tot de selecte groep insiders. Ik mocht, onder de naam Trampedoelie, het springpietje spelen. Op de viering van de goede Sint in het zaaltje van de ontspanningsvereniging waar mijn vader oprichter/voorzitter van was, zongen tientallen verhitte kindertjes nadat er op de geblindeerde ramen was gebonkt: ’Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht*’. Die verwondering tijdens mijn eerste optreden zal ik nooit vergeten. *knecht wordt in woordenboeken omschreven als assistent. Niks mis mee.

(Pappi glundert als ik smeuïge verhalen van vroeger vertel. Hij kan zich ze niet meer herinneren.)

De televisie en de commercie deden hun intrede. Nu verkleden kinderen zich als pietje en is de ooit als zwarte piet gerekruteerde buurman/oom/neef/vriend zonder schmink ontmaskerd en werkloos. Jammer dat dit magische en onschuldige toneelstukje voor de allerkleinsten, om zeep wordt geholpen door een klein clubje aandachttrekkers en zogenaamde politiekcorrecten die verklede amateuracteurs de zwartepiet toespelen. Is in Nederland niet iedereen welkom?