vrijdag 2 december 2016

SNIEKLAAS

v.l.n.r. mijn broer Rene, vriendinnetje Marieke en Cela. Helaas zijn er van Q. geen Sintfoto's bewaard gebleven.


Vroegere herinneringen. Het Sint Nicolaasfeest was lang het best bewaarde collectieve geheim van Nederland. Het was in de tijd dat de wind guur om de hoek waaide, de maan sikkelvormig was, Spanje een onbereikbaar exotisch oord was waar sinaasappels aan de bomen groeiden, en mensen nog goedgelovig waren. Amateurtoneel van de bovenste plank waar volwassenen wekenlang schik en kinderen schrik aan hadden. Je ouders maakten er handig misbruik van dat Sinterklaas alles van je wist, om je braaf te laten zijn. Uit eigen beweging bleef je op zijn verjaardag langer in bed om te dromen van de schatkamer waaruit jij jouw cadeaus mocht kiezen. Kinderen die deelgenoot waren gemaakt, voelden zich een hele piet omdat zij nu bij de groten hoorden.
                                                                                     
Er bestond slechts één stinkend rijke mijterdrager die op zijn verjaardag nota bene elk huisje langsreed, vandaar dat hij personeel nodig had. Pieterman was destijds een jaloersmakend beroep. Lolbroekerige boefjes wilden maar al te graag mee in de zak naar Spanje om opgeleid te worden tot zongebruind hulpje en acrobaat: pieten moesten immers over daken kunnen lopen, door schoorstenen kunnen en zakkenvol pakjes dragen. De arbeidsvoorwaarden waren puik: een brokaat gebiesd pietenpak inclusief baret met veren, blinkende oorringen en pepernoten en taaitaai zoveel als je wilde, 49 weken halve dagen naar de circusschool waar je kunstjes leerde om slechts drie weken per jaar hard te werken in het buitenland. Op vrije middagen hielp je die eeuwenoude lieverd om beurten op de postkamer. Afstuderen deed je niet met een diploma. Van de goedheilig man kreeg je hoogstpersoonlijk een toepasselijke naam toebedeeld. Het enige wat je ervan weerhield om met de boot mee te varen was dat je je moeder niet kon missen.

Nederland groeide uit zijn voegen. De 'Snieklaas' van Toon Hermans was verplicht om hulpsinterklazen aan te stellen. Mijn vader was er één van. Mijn broer werd zijn hoofdpiet Pedro en beheerde het Grote Boek. Het schminken gebeurde thuis. Ik, nog in het ongewisse, moest tot nader order bij een vriendinnetje gaan spelen. Onze fiks werd in de schuur ondergebracht. Want: voor de allerkleinsten kon je alles verbloemen, maar de hond maakte je niets wijs. Die verklapte meteen dat onder die karmijnrode maxi jurk met sneeuwwitte baard en dito pruik erboven je vader, en achter de schoenpoets en de bonte babydoll je broertje, zich verstopt hielden.

Een jaar later op 5 december. De grote onthulling: magie maakt plaats voor teleurstelling die verzacht wordt doordat je toetreedt tot de selecte groep insiders. Ik mocht, onder de naam Trampedoelie, het springpietje spelen. Op de viering van de goede Sint in het zaaltje van de ontspanningsvereniging waar mijn vader oprichter/voorzitter van was, zongen tientallen verhitte kindertjes nadat er op de geblindeerde ramen was gebonkt: ’Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht*’. Die verwondering tijdens mijn eerste optreden zal ik nooit vergeten. *knecht wordt in woordenboeken omschreven als assistent. Niks mis mee.

(Pappi glundert als ik smeuïge verhalen van vroeger vertel. Hij kan zich ze niet meer herinneren.)

De televisie en de commercie deden hun intrede. Nu verkleden kinderen zich als pietje en is de ooit als zwarte piet gerekruteerde buurman/oom/neef/vriend zonder schmink ontmaskerd en werkloos. Jammer dat dit magische en onschuldige toneelstukje voor de allerkleinsten, om zeep wordt geholpen door een klein clubje aandachttrekkers en zogenaamde politiekcorrecten die verklede amateuracteurs de zwartepiet toespelen. Is in Nederland niet iedereen welkom?