zondag 26 februari 2017

TEGEN DE KEER IN



Limburg staat op zijn kop en pappi vindt het leven niet leuk. De voorafgaande week verheugden de bewoners zich op de Buitengewone Binnenzitting waar zij speciaal door de zoon van mevrouw v. D. voor waren uitgenodigd. Pappi die vroeger zelf dit soort evenementen organiseerde, kan het niet bolwerken. Wat akkefietjes - regen en het daarbij behorende verplichte binnenblijven, een struise Duitse oproepkracht die angstgevoelens bij hem opriep tijdens de medicijnverstrekking, EN omdat hij zich had ingeprent dat hij geen kaartje (toegangsbewijs) had - brachten hem zodanig in de war dat hij alleen maar kan mopperen en mokken. Niks feeststemming en op de lappen gaan.

De dag erna praten de nagenietende bewoners hees en brak na. Voor de verongelijkte pappi die op zijn kamer hokt (zielenpietje voelt zich buitengesloten), schakel ik de tv in waar Omroep Venlo live verslag doet van het aanstekelijke Café d'n Blauwe: een soort revue met Venlose liedjes uit de oude doos afgewisseld met buutreedners. Ik zet twee fauteuils neer en zeg tegen pappi: 'Dan doen we het feest nu dunnetjes over.' Ik pak de tegenstribbelende Q. bij de hand. Knorrig trekt hij zijn arm terug. Hij is waers (tegen de keer in). Er valt niets mee aan te vangen.

Ik verlaat hem, terwijl de 95-jarige Sjraar Peetjens live het lollig bedoelde vasteloavenleedje  van Frans Boermans (tekst) en Thuur Luxembourg (meziek) ten gehore brengt. 'Ik bin zo einzaam, ik veul micht zo verlaete, ik heb ouk nemus um ens same mei te praote bin toch zo dreuvig zo mismeuiig zo ongerös (geluif ut maer grös) want ik waer zo gaer en ik had zo gaer gekös.'